De film begint als Che Guevara en een bende van Cubaanse ballingen, geleid door Fidel Castro, de Cubaanse kust bereiken in 1956. Binnen twee jaar hebben zij een leger gemobiliseerd met de steun van de bevolking om zo de dictatuur van Fulgencio Batista omver te werpen.
Epische film over het leven van Cubaanse dichter en schrijver, Reinaldo Arenas (1943-1990), van zijn jeugd tot zijn dood in New York. Hij sluit zich aan bij Castro's rebellen. In 1964 zit hij in Havana en ontmoet een vroegere liefde. Hun relatie duurt een jaar. Door zijn openlijke homoseksualiteit komt hij echter in de problemen.
Havana, Cuba, is in 1958 een bruisende stad waar veel plezier te beleven is voor wie zich dat kan veroorloven. Maar ondergronds verenigen de tegenstanders van dictator Fulgencio Batista zich. De welgestelde familie Fellove behoort tot de eerste groep; oudste zoon Fico is zelfs eigenaar van El Tropico, de mooiste nachtclub van de stad. Toch wint de revolutionaire gedachte het van de rijkdom, want één voor één laten Fico's broers zich winnen voor de zaak van Fidel Castro en Ernesto "Che" Guevara. Fico vreest voor de toekomst van zijn club onder het nieuwe regime en worstelt met de vraag hoe hij zijn familie en grote liefde moet behouden. Samen met zijn komische huisvriend en schrijver moet hij toezien hoe de Cubaanse cultuur vervaagt en mensen op slag veranderen. Fico wordt meegesleept door de ingrijpende ontwikkelingen van zijn land en raakt veel dieper dan gewild betrokken bij de revolutie.
